Doelstelling
Het fonds verwerft gelden bij derden (eenmalige en periodieke giften, legaten, erfenissen). Met de verworven gelden biedt ze financiële en/of materiele hulp aan natuurlijke personen in de regio Gorssel en omstreken. Hulp wordt verstrekt aan personen (vanaf nu genoemd cliënten) die in financieel zwaar weer verkeren door een laag inkomen, schulden, en/of andere oorzaken, waardoor de financiën ontbreken om in een nuttige en noodzakelijke behoefte te voorzien. Hulp kan worden gevraagd voor de aanschaf van goederen, levering van diensten en/of betaling van schulden.
Als er bij een cliënt sprake is van financiële en/of materiële nood vanwege ontbrekende financiën kan er een beroep gedaan worden op het fonds. De gevraagde hulp dient nuttig en noodzakelijk te zijn, waarbij in acht moet worden genomen dat het fonds een blijvende verbetering van de leefsituatie en de ondersteuning voor weer meer zelfstandigheid van de cliënt in de toekomst als zeer relevant stelt. Wanneer er twijfels zijn over een blijvende verbetering dan wordt er geen hulp verstrekt.
Indien de cliënt schulden heeft en er beslag wordt gelegd of dreigt te worden gelegd, dan vergoedt het fonds geen goederen waarop beslag gelegd kan worden.
Hulp voor medische behandelingen die niet in de basisverzekering zijn opgenomen (niet regulier, alternatief, niet bewezen), wordt door het fonds niet verstrekt.
Cliënten met problematische schulden kunnen een beroep doen op het fonds voor herfinanciering van (een deel van) de schulden indien de cliënt de betalingsregelingen niet kan nakomen vanwege gebrek aan financiën. Het fonds houdt zich het recht voor om de begroting en de betalingsregelingen kritisch te bekijken; om bezuinigingen en acties te benoemen die het financiële plaatje van de cliënt zouden verbeteren.
Aangezien het mensen betreft met (soms wel grote) achterstanden, en meestal met een slecht betaalgedrag, wil het fonds er zeker van zijn dat:
- het betaalgedrag van de cliënt nu positief is; de cliënt dient zich daarom al enige tijd aan de opgestelde begroting te houden;
- het niet te verwachten is dat er nieuwe schulden gaan ontstaan;
- het niet te verwachten is dat uiteindelijk toch een beroep op de WSNP moet worden gedaan.
Indien niet aan deze eisen kan worden voldaan concludeert het fonds daaruit dat het geen zin heeft om schulden over te nemen. De levenspositie van de cliënt verbetert daarmee niet blijvend. Slechts de schuldeiser(s) heeft(hebben) er direct baat bij.
De hulp kan worden gegeven in de vorm van een gift of in de vorm van een lening.
Bij voorkeur wordt het geld rechtstreeks overgemaakt naar de leverancier van de gevraagde goederen en/of diensten of de schuldeiser(s) van de overgenomen schulden.
Indien de hulp in de vorm van een lening wordt gegeven dan
- Stelt het fonds een schuldovereenkomst tussen de cliënt en het fonds op. Daardoor wordt het Fonds in principe de nieuwe crediteur/schuldeiser van de cliënt voor het totaalbedrag dat “betaald is voor”/overgenomen is.
- Samen met de cliënt wordt vastgelegd op welke manier de lening wordt terugbetaald: ineens of in 24 of 36 maandelijkse termijnen.
- Het fonds brengt geen rente in rekening.
Het fonds is een ‘achterliggende voorziening’. Hulp zal uitsluitend worden verleend in die gevallen waarin de overheidssteun naar het oordeel van het bestuur tekortschiet; voorliggende voorzieningen zoals beschikbare uitkeringen en toeslagen, gemeentelijke regelingen, WMO, kwijtscheldingen van gemeentelijke belastingen, bijzondere bijstand, schuldsanering, Stichting Leergeld, Jeugdfonds Sport en Cultuur, Voedselbank, Kledingbank, e.d. dienen eerst te worden aangesproken. Pas na een schriftelijke afwijzing kan het fonds hulp verstrekken.
De stichting verleent geen financiële en/of materiële hulp aan rechtspersonen; ook niet wanneer de hulp indirect ten goede komt aan natuurlijke personen.